Wat ik niet begrijp,
en tegelijk steeds beter begin te voelen,
is hoe gemakkelijk mensen met paarden omgaan
alsof het bezit is.
Van hand naar hand.
Van plek naar plek.
Alsof een wezen met herinneringen,
met een hart, met een ziel,
een object is dat doorgegeven kan worden
wanneer het niet meer voldoet.
Wanneer ik in het veld van paarden voel,
klinkt daar een diepe zucht.
Een oud verdriet.
Een verlangen naar stabiliteit, naar hechting, naar rust.
De meeste mensen, zo lijkt het,
kunnen slechts verantwoordelijkheid dragen
voor de duur waarin een dier in hun verhaal past.
Zolang het bijdraagt, presteert, of vervult.
Maar zodra het dier “te veel” wordt,
te oud, te kostbaar, te ingewikkeld, te traag,
mag het gaan.
En dat is pijnlijk om te zien.
Paarden kunnen, met liefde en goede zorg,
dertig jaar of ouder worden.
Maar hoe ouder een dier wordt,
hoe vaker ik zie dat mensen afhaken.
Omdat zorg tijd vraagt.
Omdat verantwoordelijkheid devotie vraagt.
Omdat liefde niet altijd comfortabel is.
Het lijkt erop
dat hoe langer de toewijding zou mogen duren,
hoe korter de bereidheid wordt om die te dragen.
Alsof we vergeten zijn
dat liefde geen project is met een einddatum,
maar een heilige verbintenis.
En ik zeg dit niet als verwijt,
maar als spiegel van wat ik in het collectieve veld voel.
Dieren laten ons zien
waar wij als mensheid staan in onze capaciteit tot aanwezigheid.
Zij spiegelen onze onrust,
onze vluchtgedrag,
onze moeite met trouw blijven aan wat tijd vraagt.
Ik ken de verhalen van dichtbij.
Zelf heb ik eens een poes geadopteerd
die tijdens een verhuizing tijdelijk elders verbleef.
Toen ik haar terug op wilde halen,
waren de mensen bij wie ze logeerde zó diep met haar verbonden geraakt
dat ik, na lang voelen, besloot:
ze mag daar blijven.
Niet uit gemak,
maar uit liefde.
Want haar geluk was belangrijker dan mijn bezit.
En dát is ware adoptie.
Soms is herplaatsing noodzakelijk.
Soms is het leven rauw en complex,
en is er echt geen andere weg.
Maar te vaak zie ik dat dieren worden afgestoten
omdat ze niet langer passen in de levensstijl van hun mens.
Omdat ze te oud, te duur of te lastig worden.
En dat is precies het punt
waar we als mens mogen groeien.
Voordat we een dier in huis nemen,
of in ons hart,
zouden we onszelf deze vragen mogen stellen:
Waarom wil ik dit dier?
Kan ik voor hem zorgen, niet alleen nu, maar een leven lang?
Ben ik bereid offers te brengen, tijd te geven, aanwezig te blijven,
ook wanneer het niet meer makkelijk is?
Dieren vragen geen perfectie.
Ze vragen aanwezigheid.
Ze vragen om gezien te worden,
niet alleen in hun jeugd of hun glansmomenten,
maar juist in hun ouderdom,
hun kwetsbaarheid,
hun trage adem.
💛
En laten we eerlijk zijn:
niemand van ons kent het hele verhaal van een ander.
Soms doen mensen wat ze kunnen
met de kennis en omstandigheden die ze hebben.
Daarom is dit geen vingerwijzing,
maar een uitnodiging.
Een uitnodiging tot bewustzijn.
Tot verantwoordelijkheid.
Tot herverbinding met de heiligheid van het leven
dat ons wordt toevertrouwd.
Want de manier waarop we omgaan met dieren
is een spiegel voor de manier waarop we omgaan met het leven zelf.
Met zorg, toewijding en aanwezigheid.
Wanneer we leren om te blijven,
om écht te blijven,
ook als het niet meer glanst,
dan verandert alles.
Dan herinneren we ons
dat liefde geen fase is,
maar een belofte van ziel tot ziel.
Een boodschap uit het veld van paarden.
Voor wie bereid is om echt te luisteren.
Liefs,
Nadieh Cuijten